De hoofdstad van België – en Europa – is een belangrijk spoorwegknooppunt. Reis je met de trein naar Frankrijk of het Verenigd Koninkrijk, dan kun je niet om Brussel heen. Brussel is echter op zichzelf ook een interessante bestemming die veel te bieden heeft.
Wat is er te doen?
Als je aankomt op Brussel Centraal (een station aan de ondergrondse spoortunnel die Brussel doorkruist), sta je meteen in het hart van Brussel. Als je de ene kant op wandelt, kom je in het historische centrum terecht. Dit is een wirwar van straatjes en pleinen met prachtige gebouwen, alle gevuld met een gevarieerd aanbod van winkels en horeca. Gelukkig maar, want Belgische lekkernijen als frites en wafels wil je niet missen. Je toeristische zoektocht is compleet als je ook de Grote Markt en Manneken Pis hebt weten te vinden.
Vanaf de andere kant van station Brussel Centraal loop je naar het koninklijk paleis en de grote musea. In Brussel zijn deze niet alleen gewijd aan klassieke kunst, maar ook aan een modernist als Magritte en aan stripverhalen. Brussel eert zijn striphelden overigens ook met levensgrote afbeeldingen op allerlei gebouwen in de stad. Er zijn zelfs speciale wandelingen uitgestippeld om ze allemaal te bewonderen.
Ook buiten het centrum zijn interessante bezienswaardigheden, zoals het Atomium, overblijfsel van de Wereldtentoonstelling van 1958. Gelukkig heeft Brussel een uitgestrekt tram- en metronetwerk om dit soort bezienswaardigheden te bereiken.
Voor de OV-fans
Brussel heeft een uitgebreid netwerk van trams en metro’s, passend bij de metropool die deze stad is. Als je fan bent van stripverhalen, ga dan zeker even langs metrohalte Stockel.
Aangezien Brussel veel en diverse musea in huis heeft, kun je er ook als OV-fan je hart ophalen. Je kunt bijvoorbeeld terecht in het Museum voor Stedelijk Vervoer (museumwebsite). Wat verder buiten Brussel is het Trammuseum van Schepdaal (museumwebsite). Blijf je liever in de stad zelf? Dan vind je pal naast station Schaarbeek Train World, het nationale spoorwegmuseum.
De stad kent tot slot een aantal grote treinstations, waarvan de belangrijkste twee de stations Noord en Zuid (Midi) zijn. Oorspronkelijk waren dit kopstations aan de rand van het stadscentrum, maar na de Tweede Wereldoorlog werden deze stations met elkaar verbonden door een tunnel onder het hart van de stad. Zo kreeg Brussel ook een ‘Centraal Station’, waarbij de naam vooral de centrale ligging ervan aanduidt. Station Zuid maakt deel uit van het Europese netwerk van hogesnelheidslijnen.
